
Ken je hem? De nekhijger? Oftewel de persoon die zenuwachtig op z’n stoel begint te draaien als jouw presentatie al 10 minuten is uitgelopen? Die voorzichtig opstaat en naast het podium gaat staan in de ijdele hoop dat je de hint snapt? En die je ten einde raad onderbreekt met de woorden “Dankjewel Jan, voor je mooie verhaal maar helaas moeten we écht verder naar de presentatie van Hans.”
Ken je de nekhijger? Met andere woorden: ben jij zo iemand die 5 minuten krijgt maar na 30 minuten nog aan het woord is?
Ja tuurlijk, het is geweldig dat jij hyperenthousiast kunt vertellen over het nieuwe afvalscheidingsbeleid maar… tijd is leidend! Als jij 5 minuten krijgt, dan hou je je aan die 5 minuten.
“Maar hoe???”
Door een verhaal te bouwen van 5 minuten (ja duh wijsneus). Of liever 4-en-een-half. want in de praktijk gaat er toch wel eens iets mis waardoor je uit kan lopen.
En door dat verhaal vervolgens hardop te oefenen. Stopwatch erbij en timen maar.
“Maar dan moet ik mijn verhaal helemaal uitschrijven?”
Dat mag. Maar hoeft niet. Zorg dat je ten minste het volgende raamwerk hebt:
- Inleiding
- Kernboodschap
- 3 ondersteunende argumenten
- Sterke afsluiting
Met dit raamwerk in je hoofd oefen minstens 1 keer je verhaal. Voor de spiegel, voor de camera of, zoals ik, wandelend in het bos.
Totdat je tevreden bent. En de denkbeeldige nekhijger ook.
Heb je een opmerking of vraag hierover? Of heb je een andere presentatievraag? Stel hem door een mail te sturen naar Kim!